Enkele onderwerpen tot slot
Onderwijs, huisvesting en samenwerking
De gemeente is verantwoordelijk voor de financiering van huisvesting voor scholen, zowel voor uitvoering van onderhoud als voor (ver-)nieuwbouw. In de voorbije jaren zijn er voor meerdere scholen op alle fronten achterstanden ontstaan. Zowel in duurzaamheid als in het oplossen van ruimtegebrek. Financiën, planning en toezeggingen bleken verre van betrouwbaar; deze worden zonder vertraging op orde gebracht.
In het overleg met de scholen kan de gemeente bevorderen dat er gezamenlijk beleid wordt gemaakt. De samenwerking van scholen draagt bij aan het realiseren van gedeelde oplossingen, op verschillende terreinen. In de eerste plaats om kansenongelijkheid en/of het aantal beschikbare kindplaatsen aan te pakken. Lokale afspraken zijn nodig om dit tegen te gaan, zoals een waterdichte aanmeldprocedure en verzekerde toegang tot passend onderwijs. Verder kunnen groene buitenruimte en speellocaties worden gedeeld. Beschikbaar krijgen van maatschappelijke stageplaatsen vraagt ook om samenwerking, met name voor leerlingen van het MBO. Het mislopen van een stageplaats leidt tot grote maatschappelijke schade.
Er is regie nodig om een doeltreffende samenwerking van scholen en jeugdzorg te bereiken. Onze gemeente moet deze regie op zich nemen en alles op alles zetten om tot overeenstemming te komen.
Financiën
Veel inwoners bevinden zich aan de zonnige kant van de streep, met een goed inkomen, een comfortabele woning en reserves op de bank. Onze gemeente komt in de statistieken tevoorschijn als bovengemiddeld welvarend. Deze particuliere rijkdom staat in schril contrast met de publieke armoede.
Onze gemeente ontvangt een rijksbijdrage die zelfs de wettelijke opgedragen taken onvoldoende dekt. Jaarlijks komen maatschappelijk gewenste uitgaven hierdoor in het gedrang, zolang de rijksbijdrage niet structureel wordt opgeschroefd. Invoering van het woonplaatsbeginsel is een eerste correctie, want binnen onze gemeente hebben we dure voorzieningen voor jeugdzorg waar jongeren van elders op zijn aangewezen.
Het dekkingstekort heeft onze gemeente deels opgevangen met een verhoging van de OZB, de Onroerendezaakbelasting. De lastendruk voor huiseigenaren zat in 2020 net op het landelijk gemiddelde, terwijl de welvaart van onze inwoners ruim boven het landelijke gemiddelde ligt. En de OZB voor eigenaren van gebouwen die niet als woning in gebruik zijn, is veel lager dan het landelijk gemiddelde. Om meer in de pas te lopen, kan hier echt nog wel een tandje bij. Als het nodig is om onze publieke voorzieningen op peil te houden, is het redelijk om onze welvarende inwoners een hogere OZB-bijdrage te vragen.
Hoe dan ook: OPEN kan niet akkoord gaan met bezuinigingen op publieke voorzieningen zoals bibliotheek, consultatiebureaus en jeugdzorg. Het zijn publieke voorzieningen die bij onze maatschappelijke opdracht horen en niet kunnen worden gemist als we preventie serieus nemen.
Onze gemeente heeft een hoge schuldenlast opgebouwd, hoger dan andere gemeenten. Dit is ook het resultaat van keuzes in voorgaande jaren. Het nieuwe, duurzame en dure gemeentekantoor is hier een voorbeeld van. Het bleek echt te groot, en met verhuur wordt de financiële schade nu enigszins beperkt. Bovendien honoreerde de gemeenteraad projecten die onvoldoende door budget gedekt waren: verbeteringen van het wegennet, in stand houden van drie zwembaden e.d.
Op zichzelf wordt de totale schuldenlast in komende jaren nog geen probleem. Lenen is momenteel niet duur, met lage rentes en oversluitbare leningen bij de BNG. Net als het Rijk zal de gemeente pas over langere tijd problemen kunnen krijgen met rente en aflossing. In behoedzame stapjes deze schuldenlast verkleinen blijft daarom verstandig, maar niet ten koste van alles. We hebben de ambitie om urgente kwesties aan te pakken, en daar kunnen soms nieuwe investeringen voor nodig zijn die de schuldenlast groter maken. In dat geval wegen we het financieringsrisico af tegen de winst die we maatschappelijk kunnen behalen. De landelijke overheid zal ons op weg moeten helpen om te investeren in duurzaamheid en energietransitie, maar ons eigen aandeel mag niet achterblijven. We zijn het aan toekomstige generaties verplicht.