Op 19 december heeft de Raad besloten over een prijsprikkel om de hoeveelheid restafval te verminderen. Vroeger stond dit bekend als Diftar. Doel van de gemeente is om het restafval onder de 100 kg per inwoner te krijgen. Er lagen vier scenario’s voor:

  1. Geen prijsprikkel
  2. Prijsprikkel op volume en frequentie (hoeveel zakken, hoe groot is je container, hoe vaak zet je het restafval aan de weg)
  3. Prijsprikkel op gewicht (hoeveel kilo lever je in)
  4. Prijsprikkel op gewicht en frequentie (hoeveel kilo lever je in en hoe vaak).

Als OPEN waren we voorstander voor scenario 4: dit levert de meeste reductie van afval op en is het eerlijkste systeem. Er was echter geen meerderheid voor één van de scenario’s, CDA en VVD waren voor scenario 1, wij en D’66 voor scenario 4 (met scenario 2 voor hoogbouw) en de andere partijen voor scenario 2 (vooral vanwege de kosten van de weegapparatuur).
Om ervoor te zorgen dat er in ieder geval een besluit kwam, hebben we alsnog ingestemd met scenario 2, wat dan ook werd aangenomen.
Een amendement met D’66 samen om naar meer circulariteit te streven haalde het niet.
Ons voorstel, ook samen met D’66, om voor een gemiddeld variabel tarief te kiezen en dit na twee jaar te evalueren, kreeg wel een meerderheid.

Hoe kun je nu als inwoner je kosten beperken: koop producten met zo min mogelijk verpakking, scheid je afval goed, zorg voor een kleinere container of minder afvalzakken en zet je afval zo min mogelijk aan de weg.

Verslag van Goof Lindijer