‘Samen vooruit’ minimabeleid op de Utrechtse Heuvelrug
Met de vernieuwde beleidsnota ‘Samen vooruit’ probeert het college het minimabeleid passend te houden voor de uitdagingen waar mensen nu mee te maken hebben. Toverwoorden zijn ‘vertrouwen in de inwoners’ en ‘ruimte voor wat de inwoner nodig heeft’.
Met de goede adviezen van de Adviesraad Sociaal Domein in gedachte, heeft OPEN in de beeld- en oordeelsvorming aandacht gevraagd voor betere en passende communicatie en voor monitoring van de nieuwe manier van werken die klinkt uit de nota.
Dienstverlening valt of staat met begrijpelijke en toegankelijke communicatie. We hebben het College opgeroepen om naast de inzet van vrijwilligers van het Taalhuis (heel goed!) ook inwoners uit de doelgroep veel meer te betrekken. Laat hen bijvoorbeeld de folders en website- onderdelen lezen en verwerk hun feedback voordat de folders uitgedeeld worden.
De nieuwe manier van werken die klinkt uit de nota, stemt ons positief. Uitgaan van vertrouwen en de menselijke maat is onmisbaar wanneer we de bestaanszekerheid van onze inwoners willen garanderen en/of vergroten. Het College geeft aan dat er aandacht is voor het ‘hoe’ van deze nieuwe werkwijze. Wij vragen monitoring van deze ontwikkeling (bijvoorbeeld in de vorm van inter- en supervisie en ruimte voor scholing en ontwikkeling voor de medewerkers) om ervoor te zorgen dat in de uitvoering van het werk van bijvoorbeeld de regionale sociale dienst (RSD) de mens echt voorop staat en niet de regels van het systeem.

Vaststellen subsidieverordening
In de behandeling van de subsidieverordening heeft OPEN een aantal aandachtspunten naar voren gebracht. We hebben gewezen op het belang van evaluatie, eens in de 4 jaar, om zo grip te kunnen houden op de doelen die we met elkaar hebben bepaald. Gelet op een gelijk speelveld voor alle inwoners, moet de subsidie-aanvraag procedure goed te begrijpen en administratief simpel zijn, vinden wij. Daarom hebben we in de beeldvorming aangegeven dat de procedure getoetst zou moeten worden door middel van een “dummy”- aanvraag door mensen die niet eerder een subsidie hebben aangevraagd. Het College vindt dit een goed idee en zegt tijdens de raadsvergadering toe dat zij dit gaan oppakken.
De mogelijkheid van meerjarige subsidie onderschrijven we. Het College geeft aan dat dit helpt om de administratie te verminderen en de zekerheid voor de aanvragers te vergroten. De suggestie van OPEN dat bv de bibliotheek ook voor die vierjarige subsidie variant in aanmerking zou kunnen komen werd door de wethouder niet geheel gesteund. Haar argument was dat een meerjarige subsidie niet tussentijds kan worden verlaagd. Gelet op het toekomstige ravijn jaar is dit een dreigende uitspraak omdat dit betekent dat het College een zeer belangrijke partner in het sociaal domein, onmisbaar voor het behalen van doelen opgesteld in het raadsbrede programma, in onzekerheid zou laten. Gelukkig geeft de wethouder aan dat 80% van de begroting van de bieb vast staat. Voor de overige 20% bereiden we een motie voor die we bij de ‘vaststelling van de randvoorwaarden meerjarige subsidie’ (zomer 2024) zullen indienen.

Inzet resterende coronagelden
Bij de behandeling van het raadsvoorstel over de besteding van resterende Covid-19 middelen heeft OPEN meegewerkt aan een amendement om beschikbare extra gelden toe te wijzen aan jongerenwerk, buurtsportcoaches en sportverenigingen. Deze gelden worden niet alleen ingezet om een impuls te geven aan samenwerking tussen deze partijen, maar belangrijker nog om activiteiten te kunnen organiseren ten behoeve van de mentale en sociale weerbaarheid van jongeren. We zijn blij dat dit amendement bijna unaniem werd aangenomen.

Henschotermeer
OPEN diende, samen met andere partijen, een motie in waarin zij het college oproepen om de balans tussen natuurwaarden en bedrijvigheid kraakhelder te stellen. De betrokken indieners maken zich grote zorgen over de huidige ontwikkelingen, mede door het verschil in werkwijze en belangen van gemeente Woudenberg en Utrechtse Heuvelrug. De wethouder benoemt dat zij de zorgen begrijpt en dat het uitgezocht moet worden hoe verschillende aspecten in het ontwikkelkader geïnterpreteerd moeten of kunnen worden.

Indicatoren sociaal domein
Clemens Festen neemt het woord als architect van deze motie. Clemens benoemt de lange voorgeschiedenis, die al in de vorige raadsperiode is begonnen. Het startpunt was een advies van de toenmalige rekenkamercommissie op basis van een rapport van het adviesbureau BMC. Het advies hield onder meer in dat er meer dan 60 indicatoren zouden moeten komen om te kijken of de gemeente haar doelen in het sociaal domein haalde. Een deel van die indicatoren was bovendien nog niet echt ontwikkeld. De werkgroep indicatoren sociaal domein uit de vorige raad heeft een soort testament opgesteld voor de nieuwe raad hoe verder te gaan met een werkbare systematiek om te controleren of de doelen in dat sociaal domein gerealiseerd werden.
In deze nieuwe raad is dit opgepakt door een werkgroep in nieuwe samenstelling, waarvan Clemens Festen voorzitter mocht zijn. De werkgroep heeft met veel organisaties en personen uit het sociaal domein gesproken. Daar zijn verslagen van gemaakt. Dat was een mooi leerproces voor iedereen.
De uitkomsten van die gesprekken zijn naast de doelen gelegd, zoals die staan geformuleerd in het domein samenleving uit de begroting. En er is gekeken welke indicatoren uit het oorspronkelijk BMC rapport pasten bij die doelen.
Het bleek dat enkele belangrijke doelen zoals die ook uit de gesprekken naar voren kwamen, niet echt van een indicator voorzien waren, zoals samenwerking van formele en informele zorg of de mantra ‘1 gezin, 1 plan, 1 regisseur’. Daar heeft de werkgroep in hun advies dus ook aandacht voor gevraagd. “Dat hebben we met terughoudendheid gedaan, omdat we eerder minder dan meer indicatoren wilden hebben.”
De werkgroep benadrukte tijdens de vergadering dat zij met deze indicatoren niet helemaal grip hebben gekregen op het sociaal domein, maar op zijn minst wel begrip voor wat er allemaal speelt: “Het gaat niet alleen om het tellen, maar vooral om het vertellen van verhalen om die indicatoren goed te kunnen begrijpen.”
In de presentatie van de halfjaarcijfers voor het Sociaal Domein aan de raad, zullen de aanbevelingen van de werkgroep nu worden verwerkt. En bij de toelichting op de cijfers zullen ook de Regionale Sociale Dienst, De Sociale Dorpsteams en andere organisaties betrokken worden. Wethouder Boonzaaijer geeft zijn welgemeende complimenten aan de werkgroep en steunt van harte de motie om het advies van de werkgroep te volgen en te implementeren.

Noodfonds Energie
Tijdens de rondvraag heeft OPEN een vraag gesteld over het Noodfonds Energie, waar Clemens al eerder schriftelijke vragen over had gesteld. Is er actief gestuurd op aanvragen wil Clemens weten. Ja, zegt de wethouder, daar hebben we zowel intern als extern aandacht voor gehad. Omdat het Noodfonds buiten de gemeente om loopt is er geen zicht op of degenen die er voor in aanmerking komen ook daadwerkelijk een aanvraag hebben ingediend. Desgevraagd gaf de wethouder aan dat helaas niet alle mensen die eerder een energietoeslag kregen een brief hebben gekregen over dit Noodfonds. Dit is een les voor een eventuele volgende ronde.

Verslag van Selina van Krieken
(De hele vergadering is hier terug te kijken.)