Geslaagde campagne
In het voetspoor van de congressen van GroenLinks en PvdA gingen we gezamenlijk de lokale campagne in. De congressen besloten tot een gezamenlijke Eerste Kamerfractie, lokaal trokken we er met groene en rode jasjes op uit, aanbellen in woonwijken, aanspreken in winkelcentra. En steeds minstens twee flyer aanbieden, soms zelfs vier om ook aandacht te vragen voor de waterschappen (een flyer van Water Natuurlijk en een van de PvdA). Dat wij gezamenlijk optrokken werd geregeld met instemming begroet.

Alles met het vaste ritme “gaat u stemmen op 15 maart” en tot slot “een fijne dag nog”. Dat laatste leerden we van Martijn Koerhuis: altijd met een goed gevoel uit elkaar.

Ons team bestond soms uit maar enkele personen, maar vaak ook uit meer. En altijd gezellig. Behalve Overberg bezochten we alle kernen in onze gemeente. Vaak bij bedenkelijk lage temperaturen. En de laatste drie dagen in alle vroegte Station Driebergen-Zeist. Grote groepen treinreizigers, die snel passeren.

Opvallend is dat we meer dan eens als reactie kregen: ik ga niet stemmen! Vastbesloten en soms verongelijkt. Als er een uitleg volgde ging het de ene keer over het versnipperde landschap (wat moet je nog kiezen?), een andere keer over “de” politiek die er een potje van maakt, en ook wel met boosheid over “gewone mensen in de steek laten”. Het leek erop dat we een lage opkomst tegemoet gingen.

We voerden campagne zonder de zekerheid of het werkt. Altijd met de zekerheid dat niks doen slechter uitpakt. Terugkijkend mag onze lokale campagne geslaagd heten. We hebben belangstelling getoond voor onze inwoners, we hebben onze gezamenlijkheid gedemonstreerd en opgeroepen om te gaan stemmen. Dit publieke gezicht is met grote regelmaat ondersteund door berichten op de sociale media, vooral met dank aan Liselotte Maas en Marijn Bouwmeester. Met wat we deden zijn we niet onopgemerkt gebleven.

Opmerkelijke lokale uitkomst
Lokaal was de opkomst in lijn met de landelijke trend: meer stemmers vonden hun weg naar het stembureau. Met ruim 68% kwamen we in de Utrechtse Heuvelrug hoger uit dan vier jaar geleden. Onze bange vermoedens kwamen niet uit.

We volgden de landelijke trend juist niet als het om de uitslag zelf gaat: BBB werd niet de grootste, maar met 14% van de kiezersgunst werden ze tweede. En onze lokale combinatie werd met bijna 18% de grootste.

In onze gemeenteraad hebben we met BVH Lokaal een behoudende kracht, die uiteraard niet mee deed. Op rechts zagen we de voortgaande versnippering: naast BBB viel JA21 in de prijzen met 4% van de uitgebrachte stemmen en de PVV met 3%.

Aan de progressieve kant kwam opnieuw de Partij voor de Dieren met ruim 8% sterk uit de bus. Volt was met 4% en ChristenUnie met 5% duidelijk aanwezig.

Waren dit verkiezingen geweest voor onze gemeenteraad dan was de zetelverdeling als volgt uitgepakt:

Progressief (13 zetels; 1 zetel meer dan in de huidige raad)
OPEN 6 zetels
D’66 3 zetels
PvdD 2 zetels
CU 1 zetel
Volt 1 zetel

Behoudend (16 zetels; 1 zetel minder dan in de huidige raad)
BBB 5 zetels
VVD 5 zetels
CDA 3 zetels
SGP 1 zetel
JA21 1 zetel
PVV 1 zetel

Er valt nog veel te analyseren: waar zitten onze progressieve kiezers vooral en waar vooral nog niet. Kunnen we met mooie initiatieven in de raad en met gericht canvassen nog stappen zetten? Vast en zeker.

Met deze uitkomst komen we beter tevoorschijn dan we tijdens de campagne konden denken; het bestaansrecht van onze lokale combinatie is door de lokale kiezers onderschreven. Moedig voorwaarts dus.

Age Halma