In de laatste raadsvergadering voor het zomerreces heeft OPEN samen met BVH-Lokaal een motie ingediend over afkoopsommen. We hebben deze motie gemaakt, omdat er in de Utrechtse Heuvelrug een grote behoefte is aan sociale en middeldure woningen, terwijl er hier maar weinig van gebouwd worden.
In de Woonvisie 2018-2022, die in het najaar van 2018 door de raad is vastgesteld, wordt deze behoefte onderkend. Er is bijvoorbeeld een verplicht percentage sociaal en middelduur gesteld, dat voor nieuwbouwprojecten van vier en meer woningen geldt.
In de Woonvisie is ook vastgelegd dat de Verordening Reserve Woonkwaliteit zal worden herzien. In deze Verordening staat dat als er om billijke en duidelijke redenen geen sociale woningbouw mogelijk is binnen een nieuwbouwproject, er een afkoopsom van €50.000 per niet gebouwde sociale woning moet worden betaald door de ontwikkelaar. Waarbij de Verordening beschrijft dat het nadrukkelijk de bedoeling is dat de gemeente en de ontwikkelaar gezamenlijk een maximale inspanning verrichten om de gewenste sociale woningen te realiseren. En dat de afkoopsom echt het allerlaatste middel is in het proces om te komen tot een oplossing voor de gewenste sociale woningbouw.
Het college heeft echter aangegeven dat er op dit moment geen capaciteit beschikbaar is om de herziening van de Verordening Reserve Woonkwaliteit uit te voeren.
Voor OPEN en BVH-Lokaal was herziening van de Verordening echter dringend om twee redenen:
- de afkoopsommen zijn niet marktconform, waardoor ze niet in verhouding staan tot de profijtelijkheid van woningbouw in het dure segment, waardoor hier geen extra prikkel van uitgaat om sociaal of middelduur te bouwen.
- in de huidige Verordening Reserve Woonkwaliteit is niets opgenomen over afkoop voor het middensegment, terwijl afkoop in de Woonvisie wel beschreven staat als mogelijkheid. Juist omdat woningen in het middensegment in de praktijk al worden afgekocht, is het belangrijk dat hier dan ook afkoopsommen voor zijn vastgesteld.
Met onze motie verzoeken wij het college om de benodigde middelen voor herziening uit het woonbudget te halen, de Verordening te herzien, en vervolgens het onttrokken bedrag terug te storten in het woonbudget zodra de eerste afkoopsommen zijn betaald.
De motie is unaniem door de raad aangenomen.