Inbreng OPEN Kadernota 2019-2022 – uitgesproken tijdens de gemeenteraadsvergadering 9 juli 2018

“Vandaag gaan we met elkaar praten over de Kadernota.
Fijn om het, na de turbulente vorige week, nu weer over de inhoud te kunnen hebben.

En ik heb echt zin in deze bespreking. Niet zozeer vanwege de technische discussie, maar omdat de Kadernota allesbepalend is voor de manier waarop wij als gemeente de komende jaren geld gaan uitgeven, en de gevolgen die dat heeft voor onze inwoners.

Als OPEN letten wij daarbij vooral op die inwoners die de steun van onze gemeente het hardste nodig hebben. En op de uitdagende opgave die we hebben om energieneutraal te worden.

De beleidsarme Kadernota laat een positief beeld zien: we hebben een sluitend meerjarenperspectief en structureel begrotingsevenwicht.

Dat lijkt mooi en geruststellend, maar er zijn genoeg redenen om ons ernstige zorgen te maken. En om goed in beeld te krijgen wat de reden is van die zorgen, zullen we even een stukje terug moeten naar het laatste kwartaal van 2017.

Want in dit laatste kwartaal vindt een soort financiële ontploffing plaats, waardoor we het jaar afsluiten met een groot tekort van 3,1 miljoen negatief.

Dit betekent, wat de fractie OPEN betreft, dat er op het ‘dashboard’ van onze raad 3 belangrijke alarmknoppen gaan branden, die ons zeggen dat het de hoogste tijd is om bij te sturen.

Alarmknop nummer 1 zegt ons dat wij als gemeente niet goed in control over onze uitgaven en geen goed inzicht hebben in de potentiële kwantitatieve omvang van onze risico’s

In de tweede bestuursrapportage van 2017 is de raad geïnformeerd over een hogere realisatie op het terrein van Jeugdhulp van 7 ton. Vervolgens bleek aan het einde van het jaar dat het niet om een overschrijding van paar ton ging, maar om 2,3 miljoen, plus 1 miljoen incidenteel. Daarnaast is er een flinke kostenoverschrijding van 1,1 miljoen op de Wmo-begeleiding. Van zulke grote bedragen worden wij onrustig.
Wij willen graag weten van het college, wat het gaat doen om de kwantitatieve omvang van deze risico’s beter inzichtelijk te maken, zodat we niet aan het einde van 2018 opnieuw worden verrast met een enorme kostenoverschrijding. In de Kadernota wordt de structurele verhoging van de extra uitgaven op de Wmo en de Jeugdhulp geschat op 1 miljoen. Denkt het college dat deze inschatting realistisch is, gegeven de 4,4 miljoen overschrijding van vorig jaar? En kan het college inzicht geven in de besteding van de budgetten van de Wmo en de Jeugdhulp gedurende het lopende jaar?

Daarnaast hebben we een observatie over de innovatiegelden. Waarbij we voorop willen stellen dat het niet onze bedoeling is om deze van tafel te vegen. Maar we mogen wel kritisch zijn.

In de Kadernota wordt verondersteld dat de innovatiegelden ertoe bij gaan dragen dat de structurele kosten van de Wmo en de Jeugdhulp zullen dalen, waarbij wij ervan uitgaan dat de mensen die dat nodig hebben, adequate en passende ondersteuning blijven krijgen.

En dat is gelijk onze tweede set vragen aan het college: op welke manier dragen de innovaties nu precies bij aan het verlagen van de kosten? Wat zijn hierbij de beleidsaannames, en hoe en wanneer worden deze omgezet in concrete resultaten, in termen van outcome? Is er bijvoorbeeld al zicht op de effecten van de reeds bestede innovatiegelden?

En dan komen we bij alarmknop nummer 2, die inmiddels felrood oplicht:
onze schuldenlast loopt uit de klauwen.

Het college geeft aan dat de ontwikkelingen van de kosten in de Wmo en de Jeugdhulp onderdeel zijn van een landelijke tendens, en dat andere gemeenten met precies dezelfde uitdagingen te kampen hebben. Er worden oplossingen verwacht uit Den Haag. In de vorm van extra fondsen en in de vorm van het woonplaatsbeginsel.

Dat landelijke beeld klopt, maar in onze gemeente geldt wel een extra verzwarende omstandigheid, namelijk dat onze uitgangspositie er al eentje is van een enorme hoge schuldenlast.

Laten we, met dit warme weer, even naar de koele feiten kijken. Het in 2017 ontstane tekort van 3,1 miljoen heeft een direct effect op de verhoging van onze schuld. Aan het einde van dit lopende jaar zullen we afstevenen op een bruto schuld van 166,5 miljoen. En dat in een context waarbij we verwachten dat ieder moment de rente weer kan stijgen. Dit plaatst ons in een zeer kwetsbare positie.

En dit terwijl we in de afgelopen raadsperiode een amendement hebben aangenomen, waarin we als raad keihard zeggen dat het maximale plafond van onze bruto schuld op 160 miljoen zit en dat we deze schuld ieder jaar met een miljoen willen afbouwen.

Sterker nog, in ons raadsprogramma staat de doelstelling opgenomen dat we een flinke start willen maken met het afbouwen van onze schuld, met 8 miljoen in een periode van vier jaar.

En dat brengt ons bij alarmknop nummer 3: we moeten nu stevige keuzes maken.

Niets doen is geen optie. We willen de nu opgroeiende of nog niet eens geboren generatie inwoners niet opzadelen met een erfenis in de vorm van torenhoge schulden. Ook dat is duurzaamheid.

Om deze reden stellen we per amendement voor, om het reeds aangenomen amendement over het maximale bruto schuldenplafond van 160 miljoen expliciet op te nemen als onderdeel van bijlage 1 van de Kadernota, en daarmee als uitgangspunt voor de begroting van 2019-2022.

Daarnaast stellen we een motie voor, waarin we een investeringsstop afkondigen. We willen dat nu, op dit moment, alle investeringen die niet onontkoombaar zijn, worden gestopt, en dat er geen enkele nieuwe toezegging meer wordt gedaan die niet strikt noodzakelijk is. We leggen het schip stil.

Na de zomer willen we van het college een beeld van de investeringen waarbij we ons al hebben vastgelegd, of die op een andere manier onvermijdelijk zijn. We stellen voor dat de raad dit bespreekt als onderdeel van het uitvoeringsprogramma. Hierbij willen we bewuste keuzes maken, waarvan we niet na een paar jaar de rekening krijgen gepresenteerd in de vorm van achterstallig onderhoud of kapitaalvernietiging.

En tot slot dienen we een amendement in, omdat we graag meer duidelijkheid willen waarover we nu als raad beslissen, als het over de Kadernota gaat. In dit amendement stellen we voor, dat we de Kadernota voor kennisgeving aannemen, en bijlage 1 met de technische kaders voor de begroting vaststellen.

Dit lijkt misschien geneuzel in de marge. Maar dat is het wat ons betreft zeker niet. In de Kadernota staat een tabel waarover we ons zorgen maken. Dit is tabel 9 met een overzicht van de wensen. Wij willen dat glashelder is dat wij als raad wel ja zeggen tegen de technische kaders, maar niet tegen deze tabel. Deze nemen we ter kennisgeving aan.

Tenslotte.

Het financiële perspectief van de gemeente maakt dat we harde keuzes moeten gaan maken. Als OPEN zullen wij daarbij niet accepteren dat onze schuldontwikkeling ten koste gaat van de mensen in onze gemeente die onze steun het hardste nodig hebben. Dan hebben we het over het minimabeleid, de Wmo en de Jeugdhulp.

En daarnaast hebben we, zoals gezegd, een enorme opgave om de energietransitie te realiseren. We kunnen op geen enkele manier duiken voor deze klimaatverantwoordelijkheid, die landelijk en zelfs mondiaal is vastgelegd. En daarbij zullen we de lasten eerlijk moeten verdelen. Ook hier zal moeten worden gekeken naar ondersteuning van mensen op wie investeringen in energiebesparende maatregelen extra zwaar drukken, zoals bijvoorbeeld sociale huurders.

Wat OPEN betreft gaan inclusie en duurzaamheid, van onze financiën en van onze leefomgeving hand in hand. Op basis van deze uitgangspunten bereiden wij ons voor op een stevig en zorgvuldig debat over de begrotingsbehandeling in het najaar. Dank u wel.”

-Nienke van der Veen, fractievoorzitter