Hans Waaldijk, wethouder bij de gemeente Utrechtse Heuvelrug, is nu ruim twee jaar wethouder voor OPEN. Hij heeft het Sociale Domein en nog een aantal andere onderwerpen in zijn portefeuille. Een mooi moment om terug te blikken op de afgelopen periode en alvast vooruit te kijken naar de nabije toekomst. Ik ontmoet Hans op een mooie decembermiddag bij mij thuis op veilige afstand.

Hoe kijk je terug op de afgelopen periode?

Allereerst ga ik in op het persoonlijke. Het was een verdrietige start met eerst de ziekte en daarna het overlijden van Hans Nijhof met wie ik al bijna 12 jaar samen optrok in de politiek. Zelf worstelde ik in de eerste maanden ook met mijn gezondheid. Daardoor duurde het een poos voordat ik deze taak leuk begon te vinden. De beleids- en bedrijfsmatige kant van dit werk komt overeen met functies die ik als manager in de gehandicaptenzorg heb uitgevoerd en daarnaast zat ik al heel lang in de raad. Maar als je dan plotseling wethouder bent, dan is het even wennen om je draai te vinden en het leuk te gaan vinden.

Welke verschillen ervaarde je?

In de raad is het belangrijk dat je je mening vormt op grond van je uitgangspunten die je hebt. Dat is een heel duidelijk kompas waarop je alles doet. Maar als je verantwoordelijk wordt voor de uitvoering, dan neem je de verantwoordelijkheid over van al je voorgangers. Nou, was Hans een hele goede voorganger. Dat neem je over. Alleen in de praktijk wil je dan soms een ruk aan het stuur geven en merk je dat het zo niet werkt. En de gemeente gleed toen snel af in grote financiële problemen, dus dan wordt de focus bezuinigen, bezuinigen. Dat vond ik niet leuk. Maar op een gegeven moment ben ik bij mezelf gaan denken dat ik het voor de samenleving doe en de kwetsbare mensen die onder mijn portefeuille vallen. Mensen die onze hulp nodig hebben, waarvoor we een vangnet hebben dat behouden moet worden. Dat betekent dat we ook kritisch zijn op de kosten en inzichtelijk maken wat het kost om een sociaal vangnet in de samenleving te hebben, punt. Dus ik ga niet alles weggooien wat er is. Waar ik blij van word, is dat in deze gemeente dit punt bij de andere partijen maar zelden een discussie is. Natuurlijk worden er wel eens vragen gesteld over de kosten van zorgfraude en de wereld van de zorgaanbieders, maar daar zijn geen besparingen van miljoenen euro’s te behalen. Deze verschuiving heeft plaatsgevonden binnen de decentralisatie. Met het besef dat ik iets beteken voor de kwetsbare mensen in onze gemeente, ging ik er steeds meer voor staan en begon ik het echt leuk te vinden. Dan vind je weer de basis vanuit je eigen sociale en groene uitgangspunten.

Verder zijn er aanpassingen in het sociale domein gemaakt. Voorheen was het nogal aanbodgericht. Ik maak me sterk voor participatie in de samenleving; het weer mee kunnen doen voor mensen die om wat reden dan ook geïsoleerd zijn geraakt. Die inclusie, daar zijn we meer aandacht aan gaan besteden en vormt de uitdaging voor de toekomst. Daarmee bedoel ik overigens niet dat we alles maar in de samenleving kunnen oplossen. ‘Er zijn’ betekent niet alleen maar geld geven, maar ook ervoor zorgen dat mensen echt mee kunnen doen.

Kun je een voorbeeld geven van een project?

In deze gemeente heb ik een project Vroegsignalering gestart. Dat houdt in dat we in plaats van een deurwaarder, een budgetbeheerder sturen. Deze ondersteunt mensen met schulden. Dit is positieve insteek, alhoewel dan nog niet iedereen met zo iemand wil spreken. Dit project is een goede informele samenwerking met lokale partijen zoals de diaconie en Heuvelrug Wonen. Dat zijn de nieuwe verbindingen die er moeten komen. Dat vind ik een belangrijk project.

Verder vind ik de informele zorg van Humanitas en Handje Helpen mooie voorbeelden. Naast aandacht voor faciliteiten zoals een rollator, wordt bij dit project ook het sociale netwerk in kaart gebracht en vragen gesteld als ‘Hé, ga jij eten met iemand?’. De gemeente heeft dit niet allemaal zelf voor elkaar gekregen, maar is wel beter de waarde van deze projecten gaan inzien. Tegenwoordig speelt de gemeente een rol in het oppikken van signalen die zowel aan professionele als informele zorg gekoppeld kunnen worden.

Een leuke anekdote; ik was een jaar wethouder toen alle wethouders Sociaal Domein werden uitgenodigd in Den Haag om kennis te nemen van het project Eenzaamheid. Dat vond ik mooi, dus ben ik daar heen gegaan. We kregen daar informatie over een project in Den Haag waarin 50 tot 60 ouderen in een wijk wekelijks met elkaar een maaltijd nuttigen. Er werd daar gekookt, hartstikke leuk. En ik dacht ‘Waar ken ik dat van?’. Wij hadden in de Utrechtse Heuvelrug toen al 40 van dat soort projecten lopen! Allerlei maaltijdinitiatieven zijn er in Leersum, Overberg, Maarsbergen enz. Dus de maakbaarheid, die soms vanuit Den Haag komt, loopt dan achter bij initiatieven die er zijn in onze dorpen. Ik ben blij dat ik daar een steentje aan kan bijdragen.

Hoe is de ontwikkeling qua kengetallen in het Sociale Domein?

De aantoonbare getallen, dat zijn de cijfers van de Voedselbank en de RSD (regionale Sociale Dienst), laten een daling zien tot aan de coronacrisis. Je ziet ook dat er een groep is in onze gemeente die moeite heeft om aan te haken. Daar moet je veel aandacht voor hebben. Dus tot aan corona daalde het. Maar nu met corona zie je de aantallen bij de Voedselbank toenemen. Ook het aantal uitkeringsgerechtigden groeit. Nu hebben veel mensen nog ww-rechten, maar dat gaat straks terugvallen naar bijstandsniveau en dan kan armoede op de loer liggen. Dus dat is wel iets wat de komende twee jaar echt ingewikkeld wordt. We hebben al vele jaren een goed minima-beleid in deze gemeente, maar dat beleid zullen we ook echt nodig hebben de komende tijd.

Heb je ideeën over een goede aanpak de komende tijd?

We hebben veel inloopvormen waar mensen met hun vragen aangaande financiën kunnen komen. Soms is het in de vorm van een Formulierenbrigade die allerlei mensen helpen. Dit zijn vrijwilligers die bijvoorbeeld gelieerd zijn aan de diaconie. De diaconie is een gelijkwaardige partner van de gemeente die deze taak voor haar rekening neemt. In elke dorp is er zoiets, passend op de eigen leest. Ik vind het leuk dat er zoveel vrijwilligers aan meewerken en ik ben van mening dat deze vrijwilligers gelijkwaardig mee moeten kunnen praten als het gaat over beleid in onze gemeente. In plaats van dat de overheid met regels en wetten komt. In de begroting is er gelukkig bij alle partijen geen discussie over de uitgaven van het Sociale Domein.

Hoe gaat de samenwerking met de overige wethouders?

Binnen onze gemeente werk ik samen met een VVD-wethouder, SGP-wethouder en een CDA-wethouder op basis van een raadsbreedprogramma, geen coalitie. Ik vind dat we heel goed samenwerken. De grootste verschillen zie je op financieel beleid, bijvoorbeeld de belastingen. Die zijn principieel en die verschillen blijven groot. Maar over de aanpak van sociale problematiek, de aanpak van duurzaamheid, de aanpak van overige zaken, zie je, dat je goed kunt besturen en kan samenwerken.

Ik vind dat iedere samenleving een eigen verantwoordelijkheid heeft om zaken op te lossen, want alleen landelijk betekent ook bureaucratie, dat je een ‘nummer en een regel’ bent. En binnen een gemeente kun je maatwerk regelen.

Wat kunnen we de komende tijd verwachten van jou als wethouder?

Het komend jaar gaan er beslissingen vallen over afval, ik ben namelijk ook wethouder hiervan. Dat komt omdat we in onze gemeente veel meer afval hebben als gemiddeld in Nederland, ondanks dat we hier erg duurzaam zijn en onze afvalstromen goed scheiden. Dat hoge gemiddelde wordt veroorzaakt door de grote huizen en tuinen die we hier hebben. Dus daar moeten we met elkaar wat op verzinnen, zodat het afval minder wordt. Verder liggen voor mij de grootste ambities op het gebied van armoede- en eenzaamheidsbestrijding. Dat houdt ook inclusie in, dus dat iedereen mee kan doen in deze samenleving; strijden tegen de tweedeling. Inclusie houdt voor mij alle doelgroepen in van LHBTI tot handicap tot armoede tot culturele achtergrond. Werk maken van Samen leven, Samen doen!

Buiten mijn portefeuille, maar heel belangrijk is duurzaamheid. Daar hebben we nog heel wat stappen in te maken in onze bevoorrechte gemeente. Ik vind dat heel veel mensen zelf aan duurzaamheid kunnen doen. Iedereen wil wel wat doen, zoals isoleren, maar er zou meer geld vrijgemaakt moeten worden voor wijkgerichte projecten om de overstap naar gasloze huizen te maken. Niet alle huishoudens kunnen dit zelf betalen en zij moeten daarmee geholpen worden.

Ik hoorde dat je bezig bent met een toekomstvisie in de Peilnota voor de Utrechtse Heuvelrug, wat houdt dat in?

Eens per 4 à 6 jaar wordt de toekomstvisie herijkt. Ik vind het belangrijk dat bij dit proces zo veel mogelijk burgers betrokken worden. In de ideale wereld draagt iedereen die in onze samenleving woont hier aan bij en praat erover mee. Wij hebben dat in een eerste ronde gedaan met behulp van digitale enquêtes en straatinterviews op de markt. Dat is afgelopen zomer geweest. Daar is veel informatie uit opgehaald en daarnaast zijn er provinciale ontwikkelingen en lopende beleidsstukken. Al deze invloeden bij elkaar zijn in de Peilnota gestopt en vormen een ruwe versie van hoe we naar de toekomst zouden kunnen kijken. Dat is het punt waar we nu zitten. Het plan is om in het voorjaar in elk dorp afzonderlijk met de bewoners te gaan praten hierover. In de Peilnota wordt per dorp en per beleidsterrein een toekomstvisie beschreven. We vinden dat we in een mooie groene en sociale omgeving wonen, maar om de dorpen levendig te houden, zal er ook bijgebouwd moeten worden. De mensen die voor ons zorgen als wij ouder zijn, moeten de mogelijkheid hebben in onze gemeente te wonen. Een vitaal dorp heeft alles nodig; van sociale woningbouw tot vrijstaande huizen. Dus de plannen worden in de Peilnota uitgetekend en vervolgens besproken in de dorpen waarna de definitieve toekomst visie wordt opgesteld.

Wat zou je onze volgers adviseren om te gaan doen?

Alsjeblieft, praat mee, doe mee, denk mee. Volg het, je kunt je via de gemeente abonneren op het Gemeentenieuws. Verder is alles aangaande de toekomstvisie te volgen via deze site. Praat mee over hoe we dit samen kunnen gaan aanpakken. Je kunt nu meedenken, maak dus van deze gelegenheid gebruik. Beleg samen een bijeenkomst en praat over wat in de Peilnota staat!

Opgeschreven door Dianne Hetterschijt